In het Bouwbesluit is opgenomen dat voor reguliere bouwvergunningen een verkennend bodemonderzoek dient te worden uitgevoerd. In de volksmond is hieruit de benaming schoon grondverklaring ontstaan.
Wanneer
- Bij aanvraag van een reguliere bouwvergunning.
- Een vuistregel is dat bij een verblijf (van mensen) langer dan twee uur per dag in een te bouwen ruimte, bodemonderzoek van toepassing is. Dus garages, bergingen, opslagloodsen e.d. vallen hier vrijwel altijd buiten.
- Per gemeente worden regels opgesteld in welke gevallen al dan niet een verkennend bodemonderzoek wordt verlangd (helaas is dit niet in alle gemeentes hetzelfde). Het is daarom zaak alvorens een bodemonderzoek uit te laten voeren u hierover te laten informeren.
In twijfelgevallen zal Grondvitaal BV altijd met de betreffende gemeente overleg voeren om onnodige kosten of stagnatie te voorkomen.
NEN 5740
De uitvoering van een verkennend bodemonderzoek geschiedt vrijwel altijd overeenkomstig NEN 5740. Voordat het veldwerk wordt uitgevoerd, wordt een historisch vooronderzoek uitgevoerd overeenkomstig NEN 5725. Bij een vooronderzoek wordt informatie verzameld over het voormalig, huidig en toekomstig bodemgebruik, de bodemopbouw en geohydrologie en de (financieel-)juridische situatie (kadastrale gegevens). Hiertoe wordt inzage uitgevoerd in de gemeentelijke archieven (bouw-, bodem- en hinderwet/milieuarchief), het Bodeminformatiesysteem (BIS), de Bodemkwaliteitskaart (BKK), het Historisch Bodembestand / Landsdekkend beeld en de functieklassekaart. Tevens wordt een terreininspectie uitgevoerd van de locatie.
Uit het historisch onderzoek kunnen gegevens van de locatie en de directe omgeving bekend worden die van invloed zijn op de uitvoering. U kunt hierbij denken aan boven- of ondergrondse olietanks, bedrijfsactiviteiten, calamiteiten (bijvoorbeeld brand) waardoor in het verleden een verontreiniging van de bodem kan zijn ontstaan. Soms zonder dat u daarvan op de hoogte bent. Naar aanleiding van de resultaten van het vooronderzoek wordt de onderzoeksstrategie bepaald.
De NEN 5740 heeft daarvoor verschillende onderzoeksstrategieën ontwikkeld. Dit gaat van (grootschalig) onverdachte locaties tot verdachte locaties met hetzij diffuus verontreinigde bodem dan wel met plaatselijke verontreinigingskernen. Aan de definitieve vaststelling van een onderzoeksstrategie zal altijd een meer of minder uitgebreid historisch onderzoek voorafgaan.
Tijdens de uitvoering van het veldwerk worden grond- en grondwatermonsters genomen. Hiervoor wordt vrijwel altijd handboorgereedschap gebruikt. De monsters worden geanalyseerd in een RvA testen geaccrediteerd laboratorium. Aan de hand van de resultaten kan worden bepaald of de bodem al dan niet verontreinigd is.
Omvang
De omvang van het uit te voeren onderzoek is afhankelijk van de aard van het onderzoek (onverdacht of verdacht) en de oppervlakte van het te onderzoeken terreingedeelte. Hierdoor worden het aantal boringen en het aantal uit te voeren analyses bepaald.
Grondvitaal BV heeft een ruime ervaring met kleine onderzoekslocaties (<100 m²) tot grootschalige onderzoeken van 95 ha.