Per 1 juli 2007 mogen saneringen alleen nog worden begeleid door een BRL SIKB 6000 gecertificeerd bedrijf. De sanering dient te worden uitgevoerd door een BRL SIKB 7000 gecertificeerd bedrijf.
Wanneer moet ik saneren?
Dat varieert per geval. In het algemeen is een ernstige bodemverontreiniging aanleiding tot het uitvoeren van een sanering. Van een ernstige bodemverontreiniging is sprake als meer dan 25 m³ grond of meer dan 100 m³ met grondwater verzadigd bodemvolume, is verontreinigd met concentraties boven de interventiewaarde. De zogenaamde streef- en interventiewaarden zijn door het ministerie van VROM vastgestelde toetsingscriteria.
Maar ook bij verontreinigingsituaties van kleinere omvang kan een saneringssituatie ontstaan, als bijvoorbeeld bij het verlenen van een bouwvergunning blijkt dat een deel van de bouwlocatie sterk is verontreinigd.
Bevoegd gezag
Bij een ernstige bodemverontreiniging is vrijwel altijd de provinciale overheid het bevoegd gezag (enkele grotere gemeentes hebben ook deze bevoegdheid. Voor saneringen met een geringe omvang is de gemeentelijke overheid bevoegd gezag. Bij een geval van ernstige bodemverontreiniging bestaat een meldingsplicht voor de eigenaar van de locatie.
De omvang van een bodemverontreiniging wordt vastgesteld door een z.g. afperkend onderzoek waarbij de horizontale en verticale begrenzing van de verontreiniging wordt in beeld wordt gebracht. Om vervolgens op een verantwoorde wijze de verontreinigde grond af te voeren is een saneringsplan of een BUS-melding noodzakelijk.
Saneringsplan
Een saneringsplan omschrijft de verontreinigingssituatie en de voorgenomen wijze van van saneren. Dit wordt ingediend bij het bevoegd gezag om instemming te vragen. De instemmingsprocedure van een saneringsplan neemt zo’n 15 tot 30 weken in beslag. Na instemming kan de sanering worden uitgevoerd, nadat de benodigde vergunningen zijn aangevraagd en de aanvang van de sanering is gemeld. Na de sanering moet een evaluatieverslag worden opgesteld en eventueel een nazorgplan.
BUS-melding
Een BUS-melding is alleen van toepassing wanneer de provinciale overheid het bevoegd gezag is. Ook enkele grotere gemeentes hebben de bevoegdheid BUS-meldingen te behandelen.
Sinds 14 februari 2006 is het Besluit en de Regeling Uniforme Saneringen in werking getreden. In geval van een uniforme sanering wordt het saneringsplan vervangen door een melding (BUS-melding). De meldingsprocedure neemt slechts vijf weken in beslag. Het evaluatieverslag na de sanering is ten opzichte van de reguliere saneringen sterk vereenvoudigd. Ook is het niet verplicht een nazorgplan op te stellen.
Hoe saneren?
De saneringswijze is afhankelijk van:
- de aard van de verontreiniging;
- de plaats waar de verontreiniging zich bevindt (bijvoorbeeld onder een gebouw);
- het kostenaspect;
- de doelstelling.
Er zijn verschillende technieken ontwikkeld voor het saneren van diverse typen bodemverontreiniging die hier niet uitgebreid worden besproken. In feite zijn de mogelijkheden tot twee basistechnieken terug te brengen:
- Ontgraven en afvoer van de verontreinigde grond en/of het onttrekken van verontreinigd grondwater door middel van bronbemaling (VKB-protocol 6001).
- In situ reinigen van de verontreinigde grond en/of grondwater (VKB-protocol 6002).
Verwijderen of in situ reinigen van grond zal sterk afhangen van de plaatselijke omstandigheden en de aard van de verontreiniging. Niet elke bodemvervuiling is geschikt voor in situ reiniging.
Sinds september 2008 zijn wij gecertificeerd voor het begeleiden van saneringen volgens VKB-protocol 6001.
Wij verzorgen het hele traject tot en met de uitvoering:
- Advies saneringswijze, kostenramingen
- Aanvragen van de benodigde vergunningen
- Opstellen en indienen van saneringsplannen en/of BUS-meldingen
- Coördinatie van de uitvoering (directievoering)
- Begeleiding van de sanering
- Evaluatie en rapportage
- Eventueel nazorg en monitoring